Vanmiddag ben ik, ondanks het “verbod” van Beus en Beeldsprekers, toch weer even in de weer geweest met de macrolens. Het bloed waarin de liefde voor het kleine kriebelt kruipt immers waar het niet gaan kan. Of mag. De foto’s die je in deze bijdrage ziet zijn geschoten bij het vreemde ietwat onwezenlijke licht van een naderende onweersbui. Veel tijd om met de lichtomstandigheden te spelen had ik echter niet omdat ik gebeld werd door de fotozaak. Er was een nieuw speeltje gearriveerd, een Sigma 12-24mm F4.5-5.6 DG groothoeklens, die geschikt is voor mijn camera en de nieuwe 500D van Vrouwe Ivy. Dat uiteraard onder het mom van dat een gedeelde aanschaf dubbel plezier geeft.
Uiteindelijk ging het uitstapje langer duren dan was gepland, anders had ik jullie misschien al een eerste resultaat van het groothoekige glaswerk kunnen laten zien. Het probleem was namelijk dat, toen ik in de fotozaak de lens in ontvangst nam, er een auto voor de deur stopte met daarin drie heren waarvan één een bivakmuts over zijn hoofd trok en een ander zwarte handschoenen droeg. Dat ze interesse hadden in de koopwaar (en de kassa) was overduidelijk, hoewel ik de kans direct klein achtte dat ze hun aanschaf op de reguliere wijze zouden willen betalen. Toen de mannen aanstalten maakten om uit de auto te stappen liet de inmiddels gealarmeerde eigenaar van de zaak de rolluiken zakken. Blijkbaar vonden de potentiële klanten dat geen uitnodigende geste aangezien de bivakmuts met een nijdig gebaar van het hoofd werd gerukt en ze er met een noodgang in hun auto vandoor scheurden.
Tja, als getuige van een poging tot een overval moet je dan nablijven om de politie inlichtingen – zoals kenteken et cetera – te verschaffen. Ik baalde stevig omdat ik uitgerekend dit keer mijn camera niet meegenomen had vanwege het macrowerk dat nog lag te wachten in de tuin. En dat moment van ergernis ging over in een lange binnensmondse vloek toen ik van een van de agenten vernam dat drie onbekende mannen in dezelfde auto gisteren een gewapende overval hadden gepleegd op een andere winkel in de stad. Beter herkenningsmateriaal had ik ze gvd niet kunnen leveren voor de identificatie als ik een paar foto’s had kunnen schieten. Dat nog afgezien van het feit dat een 50D body met een solide 24-70mm glaswerkje desnoods als zeer efficiënt slagwapen dienst kan doen.
Eenmaal thuisgekomen voelde ik toch wel een zekere spanning naijlen. Die zal ongetwijfeld wel wegebben in de loop der avond, ik heb immers wel meer aangrijpender zaken meegemaakt in mijn leven. Wat echter wel blijft knagen is de identiteit van het plantje op de foto’s. Zelfs Ivy kan het me niet vertellen zodat ik mijn hoop moet vestigen op een paar kenners die hier regelmatig op het VKblog bivakkeren. Misschien dat zij me met hun botanische kennis kunnen overvallen. Maar dan wel graag zonder zwarte muts met twee kijkgaatjes. Want één keer per dag zo’n akkefietje vind ik wel genoeg.