Jaren geleden, toen ik nog in Wageningen woonde, voerden mijn wandelingen vaak door het dal van de Renkumse Beek. De beek ontspringt aan de rand van de Ginkelse hei en stroomt door een droog zandgebied naar de vruchtbare uiterwaarden van de Rijn. Het gebied is al heel lang bewoond. Het dorp Renkum was behoorlijk welvarend vroeger. Er stonden molens en steenfabrieken en het zal ook best een bloeiende middenstand hebben gehad.
Het pad langs de beek voerde door een bos met eeuwenoude beuken. Op één plek was een klein zandstrandje, geflankeerd door twee beuken. Eén was ooit door de bliksem getroffen. De ander had in zijn stam een merkwaardige knobbel. Op ongeveer anderhalve meter hoogte leek het alsof een reuzenhand een knoop in de stam had gelegd.
Het dal is ook een vruchtbaar gebied voor spookverhalen, er zijn diverse witte wieven actief en iedereen in de buurt weet dat je ’s avonds in het donker niet over het Zwartepad van Renkum naar Wageningen moet fietsen. De enige keer dat Grootzoon dat deed kreeg hij een lekke band en ik had ooit echt het gevoel alsof er een gewicht achter mijn fiets hing toen ik in een overmoedige bui het pad nam. En toen ik omkeek zag ik vanuit het dal nevelslierten die zich als grijpgrage vingers over het fietspad achter mij kronkelden…..
Hoe dan ook. Elke keer als ik langs de boom-met-de-knoop kwam, vroeg ik mij af wie die knoop erin had gelegd. Vannacht droomde ik dat de boom was omgezaagd (dat is ook echt gebeurd een aantal jaren geleden) en dat ik mijn handen legde op de plek waar de zaagsnee duidelijk liet zien dat er inderdaad een knoop zat. En toen kreeg ik het volgende verhaal.
Het was de eerste dag van het nieuwe voorjaar. Het ijs op de beek was al gebroken toen Garmt zich, gebukt onder zijn zware last, over het pad haastte. De winter had zijn tol geëist. Er lagen veel takken over het pad, dat op sommige plekken bijna onbegaanbaar was geworden door de modder die de laatste overstroming daar had achtergelaten.
De winter was zwaar geweest aan de rand van de hei. Garmt’s moeder was zo verzwakt dat zij niet meer in staat was de lange tocht naar de markt in het dorp aan de rivier te maken om daar eieren en schapenkaas te verkopen. Dus had Garmt haar taak overgenomen als oudste van de kinderen. Hij was tenslotte al bijna zestien.
Het was koud en donker, maar in de verte, in de richting van het dorp begon de lucht al lichter te kleuren. Garmt had bijna een uur gelopen toen zijn blik op een klein zandstrandje langs de beek viel, waar een omgevallen boom een mooie zitplek vormde. Rondom de stronk van de boom ontsprongen alweer jonge beukjes. Nog bladerloos stonden ze in de rulle bosgrond waar de laatste resten sneeuw nog op de zonloze plekken lagen.
Garmt zette zijn zware korven neer, maakte zijn knapzak open en nam een flinke hap van de roggekoek die zijn moeder gisteravond nog voor hem had gebakken. Na een paar slokken ijskoud water uit de beek ging hij weer op pad. Nu werd hij toch wel een beetje nerveus. De hele winter had hij bijna niemand gezien of gesproken. Het gehucht aan de rand van de hei bevatte buiten hun eigen plaggenhutje nog vijf andere onderkomens. De mannen van het gehucht hoedden hun schapen op de hei in alle eenzaamheid, de vrouwen sponnen de wol, maakten kaas en raapten de eieren van de kippen die overal tussen de hutjes scharrelden. Garmt’s moeder was altijd degene geweest die het contact met de buitenwereld onderhield, de andere bewoners kwamen nauwelijks buiten de zandgronden. Vorig jaar had Garmt zijn moeder enkele keren naar de markt vergezeld, alsof zij voelde aankomen dat zij de tocht niet langer zou kunnen maken. En nu had hij, zonder er veel woorden aan vuil te maken, de taak van haar overgenomen.
Zijn korven waren gevuld met eieren en schapenkaas. Ook had hij enkele houten nappen die hij zelf uit knoestige stobben uit het veenmoeras had gesneden en wat strengen schapenwol van slechte kwaliteit.
Bij het betreden van het dorp werd hij overvallen door angst en ontzag. Voor de kleuren, de geuren, het geluid dat hij helemaal was ontwend. Met zijn ogen op de grond gericht zocht hij zijn weg naar de markt en nam het bescheiden plekje in waar zijn moeder altijd had gezeten, tussen de oude mandenmaker en het kruiden- en appelvrouwtje. De plek van de mandenmaker bleef leeg, die dag. Hij had waarschijnlijk de winter niet overleefd. Het kruidenvrouwtje was er wel, nog krommer dan Garmt zich van vorig jaar herinnerde. Maar ze begroette hem zo hartelijk dat hij zich meteen op zijn gemak voelde en zelfs enkele woorden met haar wisselde.
Terwijl hij nog bezig was zijn waren uit te stallen in het waterige licht van de opkomende zon, viel er een schaduw over hem heen. Verschrikt keek Garmt op vanuit zijn geknielde houding en zag toen het mooiste wezen wat hij ooit had gezien. Een droomfiguur, eindeloos hoog voor hem oprijzend in een lang wit gewaad. Het zonlicht achter haar toverde een gouden stralenkrans om haar hoofd en haar ogen, haar ogen …..
(wordt vervolgd)
Ivy
De illustratie komt van internet. Het is wel het strandje waar het verhaal zich afspeelt, maar de fotograaf staat naast de boom met de knoop.
24 comments
Skip to comment form
Deel een beloofd heel veel, mat spanning gelezen.
Heerlijk zulke verhalen.
Alleen een opmerking, 18 jaar was heel vroeger al aardig volwassen, misschien kun je er 14 jaar van maken past beter in het verhaal.
Antoinette: dat is een nuttige tip! Ik zal het meteen aanpassen. 14 is te jong voor de rest van het verhaal maar 16 moet kunnen.
goh, ik dacht nu krijgen we het hele verhaal, maar nee hoor…..wanneer komt het volgende deel?
Hanneke: diverse bloggers hebben mij erop gewezen dat mijn verhalen te lang waren ….;-((
Dus morgen zelfde tijd komt het vervolg.
Een soort eenpersoons blogboeketestafette ;-))
Mooi verhaal, Ivy. Ik ben benieuwd naar het vervolg.
Heldere schrijftrant. Leest prettig.
Aanbeveling!
Elise: morgen, zelfde tijd. Ik hoop dat het wat wordt…
Smokey: dank je! Morgen meer……;-)
Wauw gelijk met een echte cliffhanger!
De Ginkelse heide is bekend terrein (ik ben nog steeds vriendinnetje met de vrouw van de boswachter aldaar).
Catharina: ja, jij hebt daar gewoond in die buurt.
Ik heb er ook heel wat hoefstapjes liggen ;-))) Een boswachter heb ik echter nooit gezien. Wel in het bos bij Renkum. Die reed zelf ook af en toe te paard rond. Heerlijke baan lijkt me dat……
Verschrikt keek Garmt op vanuit de geknielde houding (waar hij zich bevond) en zag toen het mooiste wezen wat hij ooit had gezien.
(…) zou ik weglaten.
Robert: je hebt gelijk, het is een beetje kromme zin. Ik moet meer leren schrappen.
Ha! Bekend terrein! Ben heel benieuwd naar de rest, en waar de boom-met-de-knoop en de witte wieven gaan terugkomen!!
PS. volgens mij heb je zowaar een compliment van dhr Kruzdlo te pakken! (dwz: hij heeft over de rest niets te zeiken, dus moet hij het goed vinden!) Enneh…ik vind nog dat hij gelijk heeft ook! Die zin is té gemaakt, té doktersromannetje en breekt met de stijl die je in de rest van het verhaal toepast…
Vreemd hoe in je verhalen altijd onduidelijk is over welke tijd het gaat. Het kunnen bij wijze van spreken ook de middeleeuwen zijn.
Spannend! Ik kan niet wachten….
Grootzoon: herken je het plekje? Jammer dat ik toen nooit een foto van de boom heb gemaakt.
En ik zal proberen mijn stijl te versoberen, jullie hebben gelijk.
Pierra: een tijdloos verhaal vertelt makkelijker ;-))
Beuken worden 200 tot 300 jaar oud en toen hij werd omgezaagd was hij volwassen.
Mooi verhaal met een mysterieuze sfeer.
Dank je Chimor, het vervolg komt er zo aan…..
Mooi verhaal, en het is nog niet afgelopen, zie ik…
Gelukkig ben ik zo laat met lezen…dat ik het vervolg op de cliffhanger meteen verder kan gaan volgen… :)
Schrijf je dat over uit Grimm?
Bart: lees maar lekker bij ;-))
Fleur: nee, alles op dit blog is origineel en eigen werk, tenzij anders vermeld.
Wat heerlijk ben jij dan…
Zo.. eindelijk even tijd om te lezen…
Ha Linda, nou, dan heb je nog wel een paar zinnetjes te gaan ….;-))
ik woon in renkum bij de hogenkamp en ik vind deze verhalen altijd spannend ik kom vaak bij kwadenoord en ONO (het zwarte pad) dus vind het wal leuk om er verhalen over te lezen.
Author
Helaas is de knoopboom nu omgehakt, maar je zult het stukje bos dan vast wel kennen: tussen het ‘moeras’ (waar het pad door het beekdal loopt aan de Renkumse kant) en het informatiecentrum van Staatsbosbeheer.