Het leven van onze voorouders speelde zich niet af in een rechte lijn zoals dat van ons, gemarkeerd door het wegtikken van de seconden en lopend van maand naar maand. Het leven vroeger speelde zich af in een cirkel, van donker naar licht en van licht naar donker. Het jaar was een cyclus, waarbinnen de dagen een kleine cirkel vormden. Daarbuiten was de grote cirkel van het leven, van geboorte naar dood.
Alles stond in het teken van die cyclus. En om de voortgang op de cirkel te markeren waren er herkenningspunten. De zonsopkomst en de zonsondergang markeerden de dag, de jaarlijks terugkerende feesten markeerden het jaar.
Binnen de jaarcyclus waren er een aantal duidelijk herkenbare merkelpunten: het begin van de lente, als de dag en de nacht even lang waren. De zonnewende die de opgaande zomerlijn afboog naar de neergaande winterlijn. Het herfstpunt en midwinter. Allen werden gevierd met een feest om de goden te eren en de geesten te verjagen.
Maar daartussenin waren andere herkenningspunten. Iets minder duidelijk aangegeven, maar onmiskenbaar op de grote cirkelgang. Eén van die punten is het openen van de akker. Op onze hedendaagse kalender zou dat punt rond 1 maart liggen.
De dagen worden merkbaar langer, de nachten minder koud. De kinderen spelen weer buiten zonder koude neusjes te krijgen en de vrouwen wassen de winterkleren en het beddengoed. De mannen kijken naar hun akkers waar de eerste bloemen hun kopjes laten zien maar de wijze mannen en de oude vrouwen zeggen: ‘wacht nog even.’ Want zij weten dat deze eerste bloempjes soms met hun klokjes nog boven een sneeuwdek uitsteken. De wijze mannen en de oude vrouwen lopen door het bos en leggen hun hand tegen de bast van de eeuwenoude eiken. Als zij voelen dat de sapstroom stevig op gang is gekomen gaan zij terug naar het dorp en verspreiden de mare: ‘morgen. Morgen is de dag.’
Dan staan de mannen vroeg op en spannen hun os voor de ploeg. Als zij een paard hebben spannen zij hun paard voor de ploeg. En als ze geen van beiden hebben zetten ze hun zoon of hun broer of hun buurman ervoor. De mannen spannen elkaar om beurten in en ze ploegen de akkers. De vrouwen gaan naar de moestuinen met hun hak en hun spade. Aan het einde van de dag ligt de aarde opengescheurd, zacht glanzend in het licht van de ondergaande zon. Ontvangend. Vruchtbaar. En de mensen zitten rond het dovende haardvuur, moe maar voldaan. Als het vuur uit is wordt de as er uit geveegd, de as van het vuur dat met het Yuleblok van Midwinter was aangestoken.
Dan is het tijd voor het eerste feest van het nieuwe jaar. De volgende morgen rijdt een schip op wielen rond de akkers. Op het schip staat de houten beeltenis van Freya, de godin van de vruchtbaarheid en haar man-broer Freyr. Op het schip vereren jonge koppels hen met daden van liefde. Na de laatste rondgang worden de houten godenbeelden op een nieuw ontstoken vuur gelegd. En als het vuur is uitgebrand neemt ieder haardhoofd een sintel mee om het nieuwe haardvuur aan te steken. Maar nog is het feest niet ten einde.
De oude wintergeesten moeten worden verjaagd. Daarom wordt nu het feest van de omkering gevierd: mannen en vrouwen dragen maskers, de mannen gaan verkleed als vrouwen en de vrouwen als mannen. Of beiden verkleden zich als dieren. Zodat de wintergeesten, in de war geraakt, de vlucht nemen. Want willen zij een vrouw ontmoeten dan treffen zij een man. Denken zij een ree te pakken, dan hebben zij een vrouw.
Er wordt een feestmaal aangericht met voorraad die nog in de kelders aanwezig is. Het bier vloeit rijkelijk.
En als de wintergeesten zijn verjaagd, kan het nieuwe jaar een aanvang nemen. De mannen strooien met ruime hand het spelt en boekweit over de pasgeploegde akkers. De vrouwen kruipen op hun knieën door de moestuin en vertrouwen de zaden van knollen en kolen, van bonen en bloemen aan de zachte aarde toe.
De winter is bedwongen, het nieuwe jaar begint.
In onze dagen wordt het Carnaval gevierd. Mensen lopen verkleed op straat of bewegen zich voort in schepen op wielen. En hoewel de rituelen leeg zijn en de mensen onbewust van hun oorsprong of betekenis luisteren de wintergeesten er nog steeds naar en nemen de vlucht. Want dat is de kracht van rituelen. Het is de taal van de Oude Goden, onsterfelijk en eeuwig. Het is de taal van de natuur.
20 comments
Skip to comment form
heel mooi verteld Ivy, mensen in deze tijd beseffen niet meer hoe belangrijk het ritme van de natuur was en nog is.
Author
Antoinette: de meeste christelijke feesten zijn geënt op de oude natuurgodsdienst. Leven met het jaar is een natuurlijke staat, die de mensen inderdaad jammer genoeg (bijna) kwijt zijn.
Wat zou het mooi zijn als het hier nog zo toeging op het platteland. Alweer lang denderen grote auto’s voorbij die de huizen doen sidderen en beven. De eerste bloemen op de akkers zijn vaak de piepkleine akkerviooltjes die na enkele tijd worden doodgespoten door blinde en dove boeren. Geactiveerd door de heer Bleker. Hij weet niet beter. Wat zou het mooi zijn als ze dit konden lezen. Zo rijk en vol liefde naar de aarde toe…..
* Moeder Aarde *
Author
Annet: het zou mooi zijn als hij meeleest ….
Maar dan nog, wij zijn de hoeders van Moeder Aarde, dus als we in het klein iets kunnen toevoegen, al is het maar de herinnering levend houden….. En de Moeder in ere houden natuurlijk.
Mooie uiteenzetting. Bij de oude Romeinen begon de kalender op 1 maart, vandaar dat we nu nog steeds september t/m december hebben de 7e t/m de 10e maand, inmiddels bij ons de 9e t/m de 12e. Maar men zegt dat dat niet met de landbouw, maar met oorlog voeren te maken had. Vanaf maart konden de legers weer op pad…
Author
Jan: ook de Romeinen kwamen ergens vandaan. De startdatum 1 maart is al heel oud. Ook de Perzen, de Grieken en de Egyptenaren gebruikten die.
Dat oorlogvoeren kwam pas later ;-))
In Afghanistan komen de Taliban trouwens ook pas rond deze tijd weer uit de bergen. Maar ik vrees dat ook dat niets met Freya of vruchtbaarheid te maken heeft ….
Zou het oorlog voeren echt later zijn gekomen dan het landbouwen ? Misschien kunnen we er dan ook eerder mee ophouden…;o)
Zoveel wat we zijn vergeten
zoveel om naar terug te verlangen
Author
Ingrid: om te onthouden, moet het verteld worden.
Terugverlangen? Ik weet niet. Af en toe in een nostalgsche bui zou ik best in 1100 willen leven ofzo. Maar praktisch gezien was het leven natuurlijk geen rozenschijn en manengeur toen ;-))
Vertellen, zoals de oude contadores, die van generatie op generatie de verhalen doorgaven. Mondeling. Wat een rijkdom.
Author
Zo zie je maar, internet is het nieuwe verhalenvertellen-rond-de-haard geworden.
Je kunt het geloven of niet, maar ik kijk nu al reikhalzend naar de zomertijd. In gradaties is het langer licht.
6 januari in vergelijking met kerst, eind januari en het hoogtepunt, het laatste weekend van maart. (nog drie weken)
Author
Sprakeloos, ik geloof het meteen! Van mij mag het altijd zomertijd zijn. Maar dan wel graag met het bijbehorende weer ;-))
als ik zie hoe bang jonge kinderen voor carnaval kunnen zijn
doet het denken aan oude geesten en voorwereldse rituelen
in die zin zou het jammer zijn als carnaval als traditie zou verdwijnen
wel zou het fijn zijn als het een andere uitstraling zou krijgen
nu heb ik als associatie toch vooral teveel drank
Author
Assyke: kinderen zijn vaak bang voor clowns of verklede mensen. Dat zou best wel iets ‘oer’ kunnen zijn.
Van mij hoeft carnaval ook niet, zoals het nu is. Of je het ooit een andere uitstraling kunt geven?
Wel zou het (volgens mij) goed zijn als wij meer van onze wortels weten, waar feesten vandaan komen, wat ze betekenen. In veel culturen blijken dan opeens veel overeenkomsten te zijn.
Hee, trouwens leuk dat je me gevonden hebt. Welkom!
Mooi verteld. Ik zie het helemaal voor me. Zo zal het geweest zijn.
Author
Aad: thanks. En dat had toen volgens mij meer om het lijf dan heden ten dage …
Ja, jaag ze maar op de vlucht, die kille wintergeesten! :-))
En zolang ik zelf niet in die carnavalstroepen hoef mee te sjokken, vind ik het allang best… geef wat dat betreft mijn portie maar graag aan Fikkie!
Author
Bart: het lukt al aardig toch? Ik heb tenminste al 2 dagen in een enkel t-shirt in de tuin kunnen zitten.
Nee, carnaval is aan mij ook absoluut niet besteed. Vanmiddag in de stad raakte ik ook van het ene dweilorkest in het andere verzeild, compleet met hossende massa’s. Brrr….
Ja, ‘t wordt al wat…maar hier lag vanmiddag nog wel ijs (!) op de sloot (dun laagje, maar toch), en was de oostenwind om tegenin te lopen ijs- en ijskoud!
Maar jullie wonen natuurlijk ook veul zuidelijker hè…;o)
Nee, dat hossen is mij ook een gruwel, haha……….