Apr 29

Het Lentefeest van Beppe Maaike

 

P’an Koe leefde
in de ochtend van de Tijd:
er bestond geen zand, geen zee,
geen koele golven.

Een aarde was er niet,
geen hoge hemel,
geen plukje levend groen,
niets dan een bodemloze diepte.

Grappig is dat, hoe alle scheppingsverhalen op elkaar lijken. Dit zijn de eerste strofen van het Chinese scheppingsverhaal, maar het zou net zo goed uit de Germaanse Edda kunnen komen. En vlak ook de inhoud van het boek Genesis niet uit.

Maar daar gaan we het dus helemaal niet over hebben. Zelfs niet over P’an Koe. Want die ging dood, zoals een goede god betaamt. ‘Laat ze het nu maar verder opknappen.’ Dat is de houding die een zichzelf serieus nemende god moet aannemen. Niks geen religie stichten met aanbidders en – o gruwel – offers. Nee, de offers zijn al gebracht. Meteen in het begin.

Toen P’an Koe dood ging liepen er vele wezens over de aarde. Zijn botten waren bergen geworden, zijn zweet vormde meren en rivieren en het ongedierte uit zijn baard (zijn baard en overige beharing waren bomen en struiken, kruiden en varens geworden) krioelde op eigen houtje verder.

Moe Koea krioelde op haar manier ook een tijdlang voort. Maar dat was eigenlijk best een saai bestaan. Zij was een draak en ze wilde wel eens aanspraak. Niet van andere draken, die had ze al gezien en dat waren stomme beesten. Moe Koea had namelijk kans gezien een mensenhoofd te krijgen en als ze zichzelf bekeek in een van de vele stilstaande meren en poelen dan vond ze dat hoofd eigenlijk wel het beste wat ze bezat.

Moe schraapte met haar klauwen in de gele klei langs een rivier en vormde een mensenhoofdje. Daaronder vormde zij een lichaam waarvan ze dacht dat dit bij het hoofd zou passen en kijk aan: een gelig tweebenig wezen met iets kortere voorpootjes stond voor haar en boog diep. Moe kreeg plezier in het werk en vormde er nog eentje. Ze ging iets zorgvuldiger te werk nu, bracht kleine details aan in rondingen en welvingen en ziedaar: een tweede poppetje stond voor haar. Erg veel aanspraak had ze er nog niet aan, maar ze kleide vlijtig door. Na lange tijd stond er een flink aantal van deze wezentjes om haar heen verzameld en Moe’s poten werden moe. Ze had de vorm nu zo ver vervolmaakt dat het haar een behoorlijke tijd kostte om een nieuw stelletje te maken. Dus bracht zij twee van de poppetjes, verschillend van vorm, bij elkaar en leerde ze zich als man en vrouw te gedragen en zich te vermenigvuldigen. Nu was haar werk volbracht en zou iedereen in vrede en rust kunnen samenleven.

Maar er ontstond een ruzie. Niet eens tussen haar poppetjes maar tussen de vuurgeest en de watergeest: Tsjoe Joeng en Koeng Koeng. In het heetst van de strijd stootte Koeng Koeng zijn hoofd tegen een berg die de pilaar vormde waar de westelijke hemel op rustte. De hele wereld begon te wankelen en er ontstonden grote gaten in de hemel. De aarde begon naar het oosten over te hellen en overal ontstonden scheuren en kloven waardoorheen het water van alle rivieren naar het oosten stroomden zodat een grote oceaan ontstond.

Intussen raasde de vuurgeest over de aarde en verbrandde alle mensen en dieren die hij op zijn weg ontmoette. Moe Koea kon het niet langer aanzien hoe haar schepselen moesten lijden. Ze doofde het vuur en stopte de gaten in het uitspansel dicht door ze met grote stenen op te vullen.

Daarna doodde zij een enorme schildpad en maakte van zijn vier poten pilaren die zij aan de uiteinden van de vier windrichtingen plaatste. Hier zou de hemel voortaan stevig op kunnen rusten zodat ook de aarde op haar plaats kon blijven liggen.

 

Toevallig zag een Oude Griek de godin op de schildpad springen en verzon daar een heel ander verhaal bij.

‘De godin Aphrodite, de schoonste van allen’, zo riep hij (ja, de Griek had een bril nodig), ‘de godin van vruchtbaarheid en liefde kwam in de morgenstond aangezweefd op een schildpad op het schuim van een zuchtende zee!’ Uit dit misverstand zijn weer vele legendes ontstaan en prachtige kunstwerken, onder andere van Botticelli die nog nooit een schildpad had gezien en dacht dat het over een schelp ging terwijl hij zijn Aphrodite Venus noemde.

 

Maar jullie, lezertjes, weten nu beter. Dit is het feest dat wij vieren rond 1 mei, als het voorjaar gevierd wordt, het feest van Aphrodite, van Venus, het feest Beltane ter ere van de vruchtbaarheid en de liefde.

De illustratie waarop dit verhaal is geïnspireerd, is van Barbara Jansma (en de andere van Botticelli). Meer verhalen bij deze illustratie vind je op het blog van Barbara.

 

17 comments

1 ping

Skip to comment form

  1. Jemig Ivy…. wat kan jij fijn vertellen!!!! Hier ga ik nog heel lang van nagenieten :)

      • Ivy on 29 april 2011 at 10:56
        Author
      • Reply

      Barbara, dank je voor de inspiratie.

  2. ik snap best dat botticelli de schildpad aanzag
    voor een schelp
    ze hebben wel iets van elkaar weg, allebei meditatiegrootheden:)

      • Ivy on 29 april 2011 at 10:44
        Author
      • Reply

      Assyke: ik moest bij de tekening van Barbara ook echt aan Botticelli denken.

  3. Om nog 20 keer te lezen, en meer. Een rasverteller, en dat ben je! Dank je :)

      • Ivy on 29 april 2011 at 10:55
        Author
      • Reply

      Tjee, dank je wel. Ik schud het zo maar uit mijn mouw …..

  4. Wat een mooi sluitend verhaaltje heb je er van gemaakt, top hoor!

    Fijne dag!

      • Ivy on 29 april 2011 at 10:44
        Author
      • Reply

      Dank Beukmans. Ook een fijne dag toegewenst.

  5. Ivy, weer een mooi verhaal van jou.

      • Ivy on 29 april 2011 at 10:45
        Author
      • Reply

      Antoinette: ik kan het niet laten om er een beetje mythologie in te verwerken, in de Beppe Maaike verhaaltjes ;-)

  6. Voor een nopmerking als Goden gaan dood, zo hoort het en dan kunnen we het zelf aan gaan pakken, doe ik het graag. Voor mij staat Venus bij verbeelding altijd in een schelp, daar groeien nu wel kleine pootjes aan.

      • Ivy on 29 april 2011 at 10:56
        Author
      • Reply

      De schildpad is gek genoeg altijd een lentesymbool, net als Venus. Dus eigenlijk is het niet zo gek als er pootjes aan de schelp gaan groeien ;-))

  7. ook een mooi begin Ivy
    en: pilaren voor de windrichtingen waar de hemel op rust zodat de aarde op haar plaats blijft liggen.
    subliem!
    dak van de wereld…..
    en: het schuim van de zuchtende zee…..
    werkelijk heel erg mooi

      • Ivy on 29 april 2011 at 14:03
        Author
      • Reply

      Svara: dat schuim komt uit een gedicht over Venus (of Aphrodite, dat is dezelfde).
      Ik weet niet welk gedicht, maar het begint zo:

      ik ben geboren
      in zonnegloren
      op de zucht van een ziedende zee

      Daar moet ik ook altijd aan denken bij Botticelli.

      De vier pilaren (of olifanten) die het dak van de wereld (of de hele wereld) dragen vind je terug bij de hindoes. Terry Pratchett maakt daar in Schijfwereld ook heel fraai gebruik van.

      1. Ah, wat een geluk, ik durfde zelf niet over pratchett te beginnen… leuk dat je die kent

  8. Ivy, heb jij de mythologie uitgevonden? Prachtig, wat een vertelster.
    Ben niet zo thuis in mythen en sagen maar jij trekt prachtige paralellen met het scheppingsverhaal zoals ik het ken.

    ‘Laat ze het nu maar verder opknappen.’ Dat is de houding die een zichzelf serieus nemende god moet aannemen.
    Tja, hierbij moet ik helaas opmerken dat ik toch wel vaak op deze manier denk over onze eigen God.

  9. Mooie en aangename benadering

  1. […] Apiedapie Assyke martin svara Ingrid van den Bergh Hennie van Ee Beukmans Simen, ook op vk te zien. Ivy (Heyta) […]

Geef een reactie

Your email address will not be published.