Mar 20

De Gouden Viffen

Jawel, ook in hun eigen tuin kunnen kippen heel wat avonturen beleven. Zo kon het op een warme dag gebeuren dat Nox na het knabbelen aan wat maïskorreltjes heel erge dorst had gekregen. De Verzorgster was namelijk vergeten om de Drinkbak aan te vullen. Niet opzettelijk natuurlijk, zij houdt namelijk heel erg veel van haar kippen, maar Zij had het druk. Heel druk. Met Werk.

Gelukkig bedacht Nox dat er ook een Vijver in de tuin was. Waar je heel makkelijk bij kon komen. En waar je van het water kon drinken. Met een vreemd smaakje, dat wel, maar dat komt waarschijnlijk omdat er viffen in het water zwemmen. Ja, lieve lezertjes,voor alle duidelijkheid, kippen kunnen nou eenmaal de letter ‘s‘ niet goed uitspreken, laat staan denken, dus maken zij daar maar voor het gemak de letter ‘f’ van. Een vif, twee viffen, je begrijpt het vast wel. Zo werkt dat nou eenmaal in de kippenwereld.

Al hoppend bij de Vijver aangekomen was Nox echter geheel onthutst. In haar Eerste Woon had zij van haar Vader gehoord van Donkere Beesten die onder water konden blijven, Beesten die geen Zuurstof nodig hadden om te kunnen blijven leven. Zo dacht hij althans. Erg vreemde Beesten dus. Want Nox wist uit haar eigen ervaring als kip zijnde dat zij weldegelijk behoefte had aan gezonde frisse lucht waarin heel veel Zuurstof zit. Deze Zeer Bijzondere Gedachte bleef een tijdje bij haar hangen.

Diep in gepeins verzonken en starend naar het water in de Vijver zag Nox dat er eigenlijk helemaal geen donkere Beesten woonden. Had Vader toentertijd gelogen in de Eerste Woon? De Beesten die in deze Vijver leefden waren namelijk van Goud! En heel erg brutaal ook. Want iedere keer als Nox met haar snaveltje wat van het water probeerde te drinken, begonnen die vreemde goudkleurige viffen heel heftig te spartelen zodat de waterdruppels in haar kraaloogjes sprongen.

Nox verzon spontaan een List. Er was namelijk een soort afstapje, een plekje bij de Vijver waar je bijna in het water kon gaan staan. Zonder echt nat te worden. Ze had het al een paar keer eerder gezien toen de Manke Merel zich ging baden in het heldere vijverwater. Nox nam de gok en zei kipmoedig ‘pók’. Ze hupte naar het afstapje, keerde zich toen bliksemsnel om en begon gulzig te drinken van het water. De viffen spartelden van jewelste, maar Nox kon nu eindelijk rustig drinken; alleen haar kontje werd een beetje nat. Van al dat spetteren natuurlijk. Maar dat vond ze helemaal niet erg. Kippen kunnen, zoals je als oplettend lezertje vast wel weet, namelijk heel goed tegen een nat kontje. Ze vinden het eigenlijk zelfs wel een beetje lekker, zeker als het warm weer is.

Nadat Nox haar dorst had gelest fleurde ze werkelijk helemaal op. Het gedronken koele water borrelde heerlijk in haar torsje. Vrolijk liep ze al hoppend en pokkend naar haar drie zusjes toe. Helaas kon ze van haar Slimme List met de spartelende viffen in de Vijver niets vertellen aan haar zusjes. Barnevelder krielen kunnen zoals eerder gezegd geen ‘s’ uitspreken, hetgeen waarschijnlijk te wijten is aan hun heel kleine deelhers,

Van het verhaal van Nox en de spartelende viffen zullen haar zusjes dus jammer genoeg nooit iets te horen krijgen. En dat is misschien maar goed ook: wie weet zouden zij, en vooral Zelda natuurlijk, op nóg slimmere ideeën kunnen komen. Immers, wetenschappelijk is nog niet grondig onderzocht of kippen wellicht ook gouden viffen lústen…

Mar 13

Psychologie en Statistiek

Ondanks dat De Grote Zoon het heel druk had met Werken, kwam hij een tijdje later weer eens op bezoek bij de Mensen van Nox. Maar nu had hij iemand meegenomen. Zijn Vriendin. Hij noemde haar Oouu. Nox vond dat maar een vreemde naam. Zo zou je zelfs een kip niet noemen. Blijkbaar moet je daar wel heel erg stoffig voor zijn.

Oouu bleek een vrolijke, jonge en volslanke vrouw te zijn. Vandaar dat De Grote Zoon haar vaak liefdevol in heur lurven kneep. Respectvol noemde hij dat haar Vetjes. En glimlachte dan snaaks. De Grote Kip, De Verzorgster en Het Kind waren geïnteresseerd in de Vriendin van De Grote Zoon. Zo vroegen ze haar wat zij zoal deed. Vol enthousiasme begon Oouu te vertellen dat ze Psychologie studeerde. Het had iets te maken met Het Begrijpen van het Doen en Laten van De Mens. Dat begreep Nox niet zo erg goed. Zij was tenslotte maar een kip. En toen vertelde Oouu ook nog dat ze op dat moment bezig was met Statistiek, en dat het moeilijk was. Daar had Oouu blijkbaar heel veel problemen mee. En Nox ook.

Nox haakte helemaal af. En besloot Zelda te raadplegen. Zij was immers het slimste zusje. Nox vroeg haar wat Statistiek was. Zelda dacht diep na op welke wijze ze deze complexe materie over moest brengen aan haar nieuwsgierige alfa zusje. Plots wist ze het. Ze gaf een Heel Simpel Voorbeeld. ‘Stel’, zei ze tegen Nox, ‘dat jij in vier dagen tijd twee hele mooie eieren legt. Dat betekent dan dat jij gemiddeld per dag 0.5 ei hebt gelegd. En wel met een standaarddeviatie van 0.5774. Dat is nou Statistiek. Snap je het?’. Nox snapte er helemaal niks van. Zij dacht: ‘hoe kan ik nou een half ei leggen?. En ik heb nog nooit een standaarddeviatie in het Leghok gezien, niet van mezelf, en ook niet van mijn zusjes’. Enigszins confuus hopte zij weer terug naar Haar Mensen. ‘Dan maar gewoon wat zon en gezelligheid’, relativeerde ze.

Oouu was inmiddels niet meer te stuiten en vertelde vol vuur over Zieleroerselen en Verborgen Krochten in het Brein. Ook dat begreep Nox niet helemaal. Van haarzelf wist ze dat ze slechts eenzesde hersencel bezat, hoe kon daar dan ooit een Krocht achter verscholen zitten? En wat was eigenlijk een Krocht? Wat een Ziel was, ja, dat wist ze weer wel natuurlijk. Die had ze ooit bijna verkocht. Maar of een Ziel zich kon roeren? Dat had ze nog nooit gevoeld vanbinnen. Ook weer zo’n raadsel dus. Nox begon moe te worden. Zoveel Moeilijke Woorden en Diepe Inzichten van Oouu op één dag waren nou eenmaal teveel voor een Gecertificeerde Barnevelder Kriel. Dat kan ieder oplettend lezertje hopelijk wel begrijpen.

Het begon al te schemeren. De Grote Zoon en Oouu namen hartelijk afscheid van Nox’ Mensen. Zij gingen terug naar de Grote Verre Stad. Naar hun veel te kleine kamertjes. De Grote Zoon zei als laatste nog wel zoiets als ‘dat hij pas een deuk had gekregen’. Nu begon het Nox werkelijk helemaal te duizelen. Want ze wist wel dat je in een deuk kon liggen, maar niet dat je er ook eentje kunt krijgen. Met haar arme moegebeukte hers besloot ze maar heel vroeg te gaan slapen. Ze legde die dag geen heel mooi ei, want die aandrang was haar absoluut vergaan. Ze kreeg nog wel een korte maar erg hevige nachtmerrie: dat haar gemiddelde ei volgens Zelda precies nul was voor die dag. Maar al snel galoppeerde dat droomspook gelukkig weg in de diepe duisternis van de nacht en viel Nox tussen haar zusjes in een lange en vredige slaap.

Mar 12

Het Jaarlijkse Congres van de Edelherten (deel 2)

Daarna kwamen de Grote Leiders van de roedels aan het woord. Een voor een. Zo sprak bijvoorbeeld de bezorgde Jodiumtinctuur over de problemen binnen zijn eigen roedel: er waren de laatste paar jaren namelijk geen jonge Edelherten meer geboren. Heel erg lastig, want dan zijn er veel te weinig Jongeren die voor de Ouderen kunnen zorgen.

Het hoogblonde Edelhert Coiffuur Wildvuur had echter juist last van een geboorteoverschot: zijn roedel werd veel te groot en die moest misschien worden opgesplitst. Anders zou er Kaalslag gepleegd worden op zijn land. Een soort Roofbouw. En dan zou het veel te druk worden op de Weg naar de Waadplaats. Verder wilden vreemd genoeg ook nog een aantal donkere buitenlandse Edelherten zich graag bij zijn roedel aansluiten. Maar helaas hadden zij een ander Geloof. Zij hadden iets tegen Walnoten. Die waren namelijk Onrein. Wat Nox ook weer heel vreemd vond natuurlijk, want is er nou fout aan walnoten? Een kip is een kip en een walnoot een walnoot. Helemaal niks mis mee. Coiffuur Wildvuur vond dat kennelijk ook wel, maar dan blijkbaar toch op een iets andere manier. Hij had daar namelijk Fundamentele Problemen mee. Want hij dacht aan zijn roedel, zijn Maatschappij. Aan zijn Edelherten waar hij voor moest zorgen. En hij dacht uiteraard natuurlijk ook vooral aan zichzelf. Nox vond hem maar een beetje eng.

Acupunctuur sprak als vanouds een heel mooie en schijnbaar diepzinnige rede uit die helaas toch niet erg veelzeggend was en dat was eigenlijk wel jammer omdat Acupunctuur bekend staat als een groot en bevlogen Redenaar. Acupunctuur was namelijk heel erg Links, veel Roder en Groener dan de meeste Edelherten en dacht altijd aan de Armen en de Schrijnende Gevallen. Maar in dit geval bleef hij een beetje apocalyptisch hangen in gemeenplaatsen als het CO2 gehalte van de atmosfeer (wel iets heel engs hoor, lieve lezertjes, daar wordt het namelijk heel warm van in de toekomst) en het gebrek aan Stalruimte. Van die vervelende dingen dus, waar iemand die echt in Rood en Groen denkt nachten van wakker kan liggen.

Als laatsten kwamen Bittergarnituur, Factuur, SintElmsvuur en Foliumzuur aan bod. Zij deden als komisch kwartet een soort politiek cabaret waar alle Edelherten verzameld rond de Boom vreselijk om moesten lachen. Zij speelden dat Harry Potter het land moest gaan regeren. En wel zonder Tovenarij of Spreuken. De spottende Edelherten spraken al snel over de actualiteit: over het kabinet Balkvuur. Dat het rond was. En dat het zou gaan Regeren. En dat het wel weer niks zou worden. Nox lag werkelijk in een deuk. Ze begreep er niks, maar dan ook echt helemaal niks van maar vond het wel enorm lachwekkend. En dat voor een Barnevelder kip welteverstaan.

Na de toespraken was er nog een Groot Feest dat tot laat in de avond duurde. Heerlijke spijzen werden aangevoerd. In enorme schotels. En met een overvloed aan kostelijke dranken natuurlijk. De Edelherten genoten ervan. Want Edelherten houden wel van een lekker drankje, dit in tegenstelling tot Barnevelder krielen; die drinken alleen maar water en heel soms een klein toefje melk. Zelfs Coiffuur Wildvuur mocht met het feest meedoen, want diep in hun hart zijn de Edelherten namelijk ongelofelijk tolerant.

Veel en veel later werd Nox moe. Het congres en al die Grootse ideeën hadden veel indruk op haar gemaakt. En ze was uitermate opgetogen omdat ze Fournituur, Prefectuur, Accuzuur en Miniatuur weer gesproken had. ‘Wat zijn die Edelherten toch fijne dieren’, dacht ze nog voordat ze op een lage tak van een struik aan de rand van de open plek in een diepe slaap viel. Maar over die Linkse gedachten moest ze nog eens goed nadenken. Daar had zij namelijk in de Eerste Woon in Barneveld nog nooit van gehoord.

De volgende ochtend nam Nox afscheid van Fournituur en zijn vrienden, zij moest namelijk heel dringend een ei gaan leggen, maar wilde dat persé alleen maar in haar eigen Woon doen. Anders zou het vast geen Mooi Ei worden. Dus ging zij snel op reis, naar huis.

Veel later fladderde zij door het kleine gat in de schutting. Gelukkig, nog net op tijd, want het ei begon nu wel heel erg te dringen. Fluks hopte zij het Leghok in. En legde inderdaad een Heel Mooi en Groot Ei. Maar ze dacht ook nog heel diep na over wat Rood en Groen zou kunnen betekenen voor een kip. Want wat goed was voor de Edelherten was misschien ook wel goed voor haar en haar zusjes.

Mar 11

Het Jaarlijkse Congres van de Edelherten (deel 1)

Op een druizelige ochtend, het miezerde namelijk een beetje, het was ergens in de maand mei, vond de Verzorgster bij de voordeur een Brief. Niet aan haar gericht, ook niet aan de Grote Kip of Het Kind maar aan Nox. En nog wel op Geschept Papier. Wat moest dat nu weer betekenen?

Gespannen opende de Verzorgster de brief en legde die ongelezen bij de stapel oud papier in de garage omdat zij wist dat Nox daar heel vaak ging lezen. En inderdaad, nadat de Grote Kip die ochtend de Woon geopend had rende Nox al naar de garage toe. Ze bespeurde dat er iets voor haar was. Ze wilde Weten. En Zien. Zo zijn kippen nu eenmaal, die zijn daar namelijk heel erg gevoelig voor. Helemaal opgewonden keek ze naar het oud papier en vond helemaal boven op de stapel de Brief.

Daarin stond: ‘Beste Nox, bij deze wil ik je van harte uitnodigen om ons Jaarlijkse Congres van de Edelherten bij te wonen. En dat is voor mij heel bijzonder. Met heel veel groeten van Fournituur’. Nox was diep ontroerd. Haar grote spraakzame vriend Edelhert Fournituur had haar uitgenodigd voor iets Heel Speciaals. Onmiddellijk hopte zij door het kleine gaatje in de schutting en ging op weg. Helemaal naar Uddel toe. Een plek die heel ver weg lag, dat wel, maar als een kip nu eenmaal haar zinnen op iets gezet heeft, dan vindt zij gewoon de juiste weg.

Aangekomen in Uddel vond Nox al snel waar ze wezen moest. Een hele grote statige Boom op een open plek in het bos. Gelukkig geen Boom Die Kijkt. Maar dat laatste is weer een heel ander verhaal. Het barstte er werkelijk van de roedels Edelherten. Zoveel Edelherten had zij nog nooit bij elkaar gezien. Ze ging de open plek binnen en herkende meteen op het podium onder de Boom het Edelhert Fournituur. Opgetogen hopte ze naar hem toe. Fournituur was helemaal blij met het weerzien met Nox. Hij tilde haar!

Fournituur legde uit dat eens per jaar alle Edelherten bij elkaar komen. Om van elkaar te horen of het goed gaat in alle roedels in het Land. En dat er dan Officiële Toespraken gehouden worden. En, zoals hij nu met enige schroom bekende, dat hij zelfs tot Voorzitter gekozen was voor dit jaar. Een hele eer dus. Nox feliciteerde hem van harte, ze was echt helemaal vol bewondering. Het Edelhert Fournituur was dus kennelijk een Heel Belangrijk Edelhert geworden. En ook nog haar vriend! Nox gloeide van trots. Ze stond er ook wel een beetje perplex van, door al de emoties.

Fournituur opende met bravoure de vergadering en sprak een heel erg mooi en indrukwekkend welkomstwoord uit. Hij had het over Sociale Plichten. En over de Zwakkeren van de Bevolking. En iets over wat de Rijken moesten afgeven aan de Armen. Zelfs als zij oud waren. Edelherten zijn van nature namelijk heel erg Links. En daar kunnen zij helemaal niks aan doen, zo zijn ze nu eenmaal, dat zit bij hen namelijk op het Edelhert gen. Nox was werkelijk sprakeloos. Het enige wat zij wist was dat haar Leghok Rechts in de Woon stond. Maar zoveel Mooie en Dure Woorden van Fournituur, ze was echt helemaal ontroerd. Haar kraaloogjes werden er zelfs een beetje vochtig van.

Dit verhaal wordt vervolgd…

Mar 09

De Stoffige

De Verzorgster en de Grote Kip zaten in grote spanning te wachten onder de veranda. Nox had hen horen zeggen, toen zij wat Rijst kwam pikken uit de kom, dat hun Grote Zoon vandaag op bezoek zou komen. En dat is heel bijzonder omdat hij het altijd Heel Druk heeft. Met Werken.

Ook begreep Nox dat de Grote Zoon iets had gestudeerd: Journalistiek. En dat de Verzorgster hoopte dat hij daar ooit nog iets mee kon gaan doen. Nu wist Nox uiteraard niet wat journalistiek was. Maar vreemd genoeg voelde ze intuïtief wel aan dat het iets te maken had met de stapel vergeelde kranten in de Garage.

De deurbel klonk. Tweemaal. ‘Zou het de Man van de Post zijn’, vroeg Nox zich meteen af. De Verzorgster liep het Huis binnen en kwam even later terug in gezelschap van een boomlange Man: de Grote Zoon. De Grote Kip, De Verzorgster en De Grote Zoon gingen daarna meteen op de bank in de tuin zitten. Want het was namelijk heerlijk zonnig weer.

Nox fladderde achter het drietal aan en ging in de buurt van de bank zitten. Zij houdt nu eenmaal van Haar Mensen en wil graag in hun buurt zijn. Wat ze wel een beetje raar vond was dat ze al een paar keer had moeten niezen. Terwijl ze toch echt niet Verkouden was of Griep had.

Nox keek belangstellend op naar de Grote Zoon. En zag toen in de zonneschijn iets heel aparts. Er kwamen allemaal kleine stofdeeltjes uit de kleren van de Grote Zoon gedwarreld. ‘Vandaar dat ik zo moet niezen’, realiseerde ze zich ineens.

De Grote Zoon vertelde dat hij het vreselijk druk had. En dat hij naarstig op zoek was naar een Eigen Huis. Want waar hij nu woonde had hij maar een klein kamertje van drie bij vier meter. En dat de Woningnood in zijn Stad zo groot was. ‘Stakker’, dacht Nox, ‘mijn Woon is bijna zo groot als Zijn kamertje en heeft nog twee verdiepingen ook. En dat terwijl ik ook nog een heel stuk kleiner ben’.

De Grote Zoon legde uit dat zijn woonsituatie heel slecht was. In zijn kamer was er amper plek voor een bed, een bureau en wat noodzakelijke spulletjes die het leven dragelijk maken. Het stond er zelfs zo vol dat hij niet eens fatsoenlijk kon stofzuigen.

Plotseling ging Nox een licht op. Want stofzuigen, dat wist ze wel wat dat was. Als de Verzorgster dat ging doen begon het in het Huis altijd te loeien en kwam de Dove Poes heel snel naar buiten gerend. En als de Verzorgster dan klaar was zei ze altijd: ‘Zo, dat is weer lekker schoon en stofvrij’. Nox deduceerde direct: ‘Als de Grote Zoon niet kan stofzuigen, dan is hij dus niet stofvrij. Vandaar al die kleine pluisjes rond hem heen’.

Nadat De Mensen nog wat gegeten en gedronken hadden vertrok De Grote Zoon weer. Naar een verre Grote Stad, naar zijn armzalige stoffige kamertje toe. Nox had eigenlijk best wel medelijden met hem. Ze realiseerde zich dat zij en haar zusjes het enorm goed getroffen hadden. Een grote Woon met vers Stro zonder dwarrelend stof en een fijne ruime Tuin met een gat in de schutting.

Maar Nox was er ook helemaal van overtuigd dat het ooit nog eens goed zou komen met De Grote Zoon en zijn Eigen Huis. Want Barnevelder Krielen voelen de toekomst nou eenmaal haarfijn aan.

Mar 08

De Weerkeerring

Het was een druilerige lentedag. De Woon bleef dicht want De Mensen waren Werken en Het Kind was naar school. Er was dus niets te beleven. Nox lag weer eens voor zich uit te staren. Dit keer niet broeierig of nurks, nee, ze dacht gewoon na over vroeger.

Vroeger, dat was de Eerste Woon waar zij met 25 broertjes en zusjes de hele dag onder een hemellamp in het zaagsel rondscharrelde. Om begrijpelijke redenen kende zij haar moeder niet, zij kwam immers uit een Broedmachine. Maar omdat er maar één Haan op het erf was nam deze zijn Taak als Vader hoog op. Daarom vertelde hij soms, als de kippen al op stok waren, een verhaal aan de kuikens.

Nox dacht nu aan het verhaal over de Weerkeerring. Vader hield van scharrelen. Dat mocht hij ook, hij kon overdag vrij over het erf lopen. Op een dag zag hij iets spannends in de modder liggen. Hij begon te krabben dat het een lust had en vond een mooie steen. Omdat zijn poten wel erg modderig waren geworden veegde hij ze af aan een polletje gras.

’s Avonds merkte hij dat hij zijn Ring kwijt was. Vader had namelijk een prik gekregen tegen Griep en had toen van de Dierenarts een mooie glanzende ring om zijn poot gekregen. Daar was hij erg trots op maar nu was de ring dus weg.

De volgende dag ging hij terug naar het modderige erf maar hoe hij ook zocht, de ring kon hij niet vinden. Totdat hij merkte dat zijn poten weer modderig waren. Automatisch maakte hij dezelfde bewegingen als de vorige dag en zag toen tot zijn grote vreugde iets glinsteren in de graspol.

Een paar weken later regende het. Vader ging eens een kijkje nemen in de schuur en scharrelde daar een tijdje rond. Op de grond lag een plas olie en daar was Vader per ongeluk in gaan staan. Gelukkig lag in de hoek van de schuur een hele hoop oud ijzer, kettingen, buizen en meer van dat soort dingen en die hoop was afgedekt met een oud t-shirt. Daar kon Vader mooi zijn poten aan afvegen. Alleen, die waren door het vet zo glad geworden dat zijn ring er weer van af schoof en rinkelend verdween tussen het oude ijzer. Weer was Vader zijn ring kwijt en hoewel hij nu wist waar die was, kon hij er niet meer bij.

Elke dag ging hij even een kijkje nemen in de schuur, maar de hoop ijzer bleef onwrikbaar op zijn plaats liggen. Het werd tijd voor een nieuwe inenting en de dierenarts schoof een nieuwe ring om de poot van Vader. Die was daar helemaal niet blij mee want dit was een simpele, goedkope plastic ring.

Op een dag zag hij de Kinderen van de Boer in de schuur knikkeren. Nieuwsgierig ging hij kijken, net op het moment dat een hele mooie knikker te hard werd gegooid en in de stapel oud ijzer terecht kwam. Vader rook zijn kans! Hij sprong op de hoop en begon er verwoed in te pikken. Daarbij raakte een ketting los waaraan hij begon te trekken. De kinderen keken eerst verbaasd toe maar opeens snapten ze zijn bedoeling. Gezamenlijk begonnen ze aan het ijzer te trekken terwijl Vader op een veilige afstand toe stond te kijken. Langzaam werd de hoop lager en juichend vonden de kinderen hun knikker. Toen ze weg waren liep Vader naar de restanten van de hoop toe. Hij keek, en keek nog eens goed en zag toen iets glinsteren. Voorzichtig pikte hij het voorwerp op en jawel, het was zijn Ring.

Zo kwam het dat Vader twee ringen aan zijn poot had. En dat hij nooit meer zijn poten ergens afveegde. Voor de zekerheid, want je weet maar nooit of een Ring nogmaals weerkeert.

Mar 08

De gedaanteverwisseling

Nox had een nachtmerrie. Dat overkomt kippen eigenlijk zelden, kippen hebben namelijk niet zoveel hers dus valt er ook weinig te dromen natuurlijk. Nox droomde dat er iemand achter de Zijdeur van de Woon stond. En dat die op een heel vreemde mysterieuze wijze langzamerhand bezit van haar nam. Er werd op de Zijdeur geklopt. Heel zachtjes maar, maar toch voldoende om Nox de schrik op het lijf te jagen. 

Nox daalde af naar het Onderhok en keek nieuwsgierig via het gaas naar buiten. ‘Wie kan dat nu zijn, zo diep in de nacht’, vroeg ze zich ongerust af. Buiten stond een Bidsprinkhaan. En niet zo’n kleintje ook, hij was zeker wel half zo groot als een reguliere Barnevelder kriel. De angst sloeg Nox om het hart. Ze voorvoelde dat er iets Heel Ergs ging gebeuren. 

En inderdaad, ze merkte dat haar pootjes langzaam aan het veranderen waren. Niet meer van die mooie stevige donkergetinte kippenpoten die zo goed waren in het opscharrelen van wormpjes. Haar poten werden dun en groen. Daarna voelde ze dat haar lijfje ook begon te krimpen. En hard werd. Al haar veertjes vielen uit. Tenslotte veranderde haar kopje. Waar eens een geel en mooi scherpgeslepen snaveltje zat, daar groeide nu een stel groene en gemeen uitziende kaken. 

‘Wat gebeurt er toch’, vroeg Nox zich af. Ja, lieve lezertjes, dat is nu het grote probleem. Hoewel Nox heel veel vergeelde kranten las in de Garage, had ze nog nooit een Echt Boek gelezen. Want die worden namelijk niet bij het Oud Papier gegooid, hooguit afgeschreven Bijbels. Want anders had ze zeker wel beter geweten wat er aan de hand was. 

Ze voelde dat ze helemaal zweterig werd. Ze was geen Barnevelder kip meer maar een Bidsprinkhaan. Ze was getransformeerd. Zomaar van gedaante verwisseld. Hoe moest dat morgen dan verder? Want ze realiseerde zich terdege dat ze nu een lekkernij voor haar zusjes was geworden in plaats van een zusje. Zo vaak zie je namelijk een Bidsprinkhaan niet in de Lage Landen. En waar was overigens die Bidsprinkhaan aan de Zijdeur gebleven? Nieuwsgierig keek zij om het hoekje door het gaas. Ze schrok enorm. Ze zag zichzelf buiten staan. 

De Bidsprinkhaan (die dus nu eigenlijk Nox was) lachte heel gemeen: ‘Wij noemen dat in onze gemeenschap Die Verwandlung. Afgezien van bidden hebben wij eigenlijk niet zo gek veel te doen. En dan hebben we wel eens zin in een Transformatie. En nu heb ik als kip vreselijke trek gekregen in een heerlijke knapperige bidsprinkhaan. Jij dus’. En al sprekende begon Nox (of de Bidsprinkhaan natuurlijk, het is maar vanuit welk perspectief je het bekijkt) aan de Zijdeur te morrelen. Uiteindelijk knarste de deur en zwaaide open… 

Nox schrok klamvochtig wakker. ‘Wat was dat voor een enge droom’, dacht ze. Ze probeerde de diepere betekenis ervan te doorgronden. Want zo is Nox natuurlijk weer wel. Altijd maar denken over de Ethiek van het Bestaan en de bijbehorende Normen en Waarden. Maar hier kon ze werkelijk geen touw aan vastknopen. Wat is immers de zin van een gedaanteverwisseling? Moegedacht viel zij in een heel diepe slaap. En droomde over haar vader in de Eerste Woon. 


Toelichting van de auteur: Nox kon natuurlijk niet weten dat zij geen perfecte kip was. En dan kunnen dit soort archetypische beelden je als kip onverhoeds overvallen.

Mar 07

De Tafels van Nox

Nox was weer eens in een van haar contemplatieve buien verzonken. Ze had iets vreemds gevonden bij de stapel vergeeld papier in de Garage. Een beduimeld stoffig boekje. Bijbel heette het. En ze las daarin aan welke regels De Mensen zich moesten houden om een Goed Leven te kunnen leiden. Als zij tenminste Geloofden, maar wat dat laatste was kon Nox nog niet helemaal goed bevatten. Maar wat ze wel begreep was dat het misschien ook goed was om een stel Regels voor de Woon op te stellen.

Dagen- en nachtenlang zat ze nurks te broeien. Maar ditmaal niet op een heel mooi ei; ze was bezig in gedachten met het opstellen van een Allesomvattend Manifest. Voor haarzelf en voor haar zusjes. Zodat ook zij als kippen een Beter Leven zouden gaan leiden. Na vier dagen was ze er uit. Ze pepte triomfantelijk naar haar zusjes, die met enige tegenzin naar de Woon kwamen terug gefladderd omdat er net een verse kom Rijst was weggezet door de Verzorgster onder de veranda.

Nox stak bevlogen van wal. Eerst legde ze aan haar zusjes uit wat haar bedoeling was. Contrillibus, Hermux-Tantamoq en Zelda raakten nu toch wel geïnteresseerd, hoewel ze ook een beetje huiverig waren. Immers, Nox had zo af en toe haar nukken. Dan was zij soms niet te volgen in wat zij bedoelde en waar zij wilde gaan. En verder was Zelda tenslotte toch de meest doorgestudeerde kip, ze hadden eigenlijk eerder zo’n proclamatie van haar verwacht.

Nox hield twee houten planken omhoog. Ze noemde het Tafels. Daar had zij tien regels met haar rechterpootje op gekrast. Ze hopte op een hoge steen en begon plechtig en gloeiend van trots de regels voor te lezen. 

1. Vereer De Allerhoogste Kip Die Het Allesomvattende Geomorfologische Veld Beheerst. Maar laat ook alle Anderen in hun waarde. Niemand is minder, Iedereen is gelijk. 

2. Bezoedel nooit de Naam van de Allerhoogste Kip. 

3. Leg op Zondag nooit een Ei, denk dan alleen aan de Allerhoogste Kip. 

4. Denk altijd met trots aan uw Onbekende Moeder, die het Ei gelegd heeft waaruit je bent gekomen in de Broedmachine. En vereer je Vader die je in de Woon, toen je nog een Kuiken was, allerlei wijsheden vertelde. 

5. Gij zult een Kip of De Mensen nooit iets aandoen. Wormen en Vliegen mogen daarentegen wel gegeten worden. Die zijn nu eenmaal onderdeel van het dagelijkse Menu van een Kip. 

6. Laat de Hanen voor wat ze zijn. Afgezien van hun orakels en wijsheden zijn die primair maar uit op één ding: ‘Het doen’. 

7. Blijf van een door een Zuster gelegd ei af. Het behoort haar toe. 

8. Beschuldig een Zuster nooit op een onterechte manier. 

9. Denk niet in het geniep aan een Haan. Ook ’s nachts niet. 

10. Koester altijd je eigen ei, ook al is het ei van een Zuster Groter en Mooier. 

De zusjes waren sprakeloos. Zelfs Zelda was diep onder de indruk. Wat waren dit Wijze Woorden. Ze wisten allemaal dat Nox inmiddels al had geworsteld met De Zeven Kunsten en De Fundamenten van het Existentialisme, maar dit overtrof werkelijk alles. Vol bewondering begonnen ze met hun vleugeltjes te wapperen. Want, lieve lezertjes, echt applaudisseren zoals De Mensen dat doen met hun Handen, dat kunnen kippen natuurlijk niet. 

Met z’n viertjes zetten ze de twee houten planken achter in het Onderhok. Goed in het zicht. Ze waren namelijk vastbesloten om zich aan die tien wijze regels te gaan houden. Hoe moeilijk dat soms ook kan zijn, zelfs voor een kip!
 
Naschrift van de auteur: Regel 1 komt feitelijk zeer sterk overeen met De Eerste Regel van de Edelherten. Eigenlijk heeft Nox hier een beetje plagiaat gepleegd. Maar wie maalt hierom, het zijn tenslotte Tien Hele Mooie Regels.

Mar 06

De dood van de Rooie

Op een dag besloot Nox stiekem mee te gaan met De Grote Kip, De Verzorgster en Het Kind. Zij gingen op Verjaardagsvisite. Bij Andere Mensen dus. En heel ver weg. Dat had Nox nog nooit meegemaakt. Zij wist namelijk niet wat Verjaren was, ze was zelf nog geen jaar oud. Ook Visite was best een vreemd woord. Het klonk haar een beetje smerig in de oren. Maar het intrigeerde wel, omdat De Mensen het zo graag wilden gaan doen.

Toen De Mensen binnen nog wat spulletjes moesten halen sloop zij door het gat in de schutting en hopte gewiekst achterin De Rooie. Ja, lieve lezertjes, De Rooie is de koosnaam van De Mensen voor hun Trouwe Auto. Vlak daarna stapten De Grote Kip, De Verzorgster en Het Kind in. Natuurlijk zat De Grote Kip achter het stuur. Nox had begrepen dat dat zo hoorde.

Na een heel lange rit kwamen ze aan op de plaats van bestemming. De Mensen stapten uit en liepen de achtertuin van een huis in. Nox hipte op een veilige afstand achter hen aan. Ze zag dat De Mensen werden verwelkomd door twee veel oudere Mensen. Een ervan zag er wel Jarig uit, dat voelde Nox intuïtief maar al te goed aan. Iedereen ging naar binnen. Nox bleef achter en ontdekte dat ze hier óók wormpjes in het gras hadden zitten. Ze genoot ervan.

Veel en veel later kwamen De Mensen weer buiten. Ze deden wat lacherig. En Het Kind keek een beetje slaperig uit zijn ogen. Ze liepen naar De Rooie. Haar Mensen namen nog Afscheid van De Andere Mensen. Dus Nox was er als de kippen bij om nog vlug via de achterklep naar binnen te fladderen.

De Grote Kip startte De Rooie en ze gingen weer op weg, terug naar Huis en de Woon. Wat Nox een beetje eng vond was dat De Rooie een raar geluid maakte. Alsof er een tak in een van de Wielen zat. De Mensen vonden het ook vreemd, maar ze reden toch maar door. Onder het rijden viel Nox al snel in slaap. Veel later werd ze weer wakker. Ze herkende de omgeving onmiddellijk. ‘We zijn weer bijna thuis’, dacht ze tevreden. Plotseling moest De Grote Kip remmen. Het was voor een Rood Stoplicht. Acuut stopte De Rooie met ronken. Het was muisstil. De Grote Kip probeerde De Rooie nog opnieuw te starten maar die gaf geen kik meer.

Gelukkig kwam er net op dat moment een Auto van een Wegenwachtman voorbij. Nox begreep dat hij een soort Dierenarts was, maar dan voor zieke Auto’s. De Wegenwachtman stapte uit en opende de motorkap. Bedremmeld hoorde de Grote Kip de Wegenwachtman zeggen dat De Rooie Dood was. Haar distributieriem was kapot gegaan. Wat een distributieriem was wist Nox niet, maar ze schrok wel hevig. ‘De Rooie dood’, dacht Nox, ‘ooh, wat is dat erg, nu kunnen we nooit meer Op Stap’.

De Mensen werden door de vriendelijke Wegenwachtman naar huis gebracht. Niemand dacht aan Nox, want zij was immers in het geniep meegereisd. Gelukkig stond nog een van de ramen open. Nox hopte naar buiten en keek nog een keer om naar De Rooie. Ze pinkte een traantje weg. Daarna ging ze fladderend op weg naar haar Woon, naar haar zusjes. Later, in het Nachthok, droomde Nox van de Rooie, dat die nog een keer met haar koplampjes naar haar knipoogde en haar vaarwel zei. Voor altijd.

Mar 05

Een oude bekende (deel 2)

Nox hopte na een vriendelijk bedoeld vleugelklapje op de schoften van het Edelhert Fournituur terug naar het Zwijgende Hert en legde uit wat het probleem was. Het Zwijgende Hert bleef natuurlijk zwijgen maar luisterde aandachtig. Maar plotseling zweeg het Hert echter niet meer. Zij sprak. Slechts één woord. Ze zei: ‘Daar’ en knikte met haar Edele Hoofd in de richting van een Heel Duister Pad dat omgeven was met heel erg knoestige, zelfs bijna angstaanjagende, heel oude olmen. Nox begreep het. Dát was de weg om het Edelhert Fournituur thuis te kunnen brengen. Terug naar zijn vrienden. Het was dus nu alleen nog een kwestie om Het Oog te vinden. Zij bedankte het Zwijgende Hert en legde spontaan een heel mooi ei. Als Geschenk voor het Zwijgende Hert.

Nox huppelde terug naar het nasnotterende Edelhert Fournituur en gaf hem een vriendelijk bedoeld prikje met haar snaveltje in een van zijn edele kuiten. Na deze aansporing liep het Edelhert gedwee met Nox mee, het duistere paadje in waarnaar het Zwijgende Hert had geknikt, het ongewisse tegemoet. Na een klein kwartiertje lopen bereikten Nox en Fournituur een groezelige poel water. Nox vroeg zich meteen af of dit misschien ook een soort Waadplaats zou zijn, maar dan eentje speciaal voor Zwijgende Herten. Een bleke halve maan brak door het grauwe zwerk. En plotseling zag Nox in het midden van de poel iets waar zij al die tijd al naar zocht, Het Oog. Wat zwakjes, natuurlijk omdat het maar halve maan was, maar het was er weldegelijk. Nox vertelde het Edelhert dat hij naar het midden van de poel moest waden en de hele tijd naar het water moest kijken. Alleen maar naar het water. Het Edelhert gehoorzaamde (lezertjes, dit is overigens vrij uniek te noemen, normaal gehoorzamen namelijk kippen de Edelherten en niet andersom) en verdween, precies in het midden van de poel waar Het Oog zich bevond. Het Edelhert was weer thuis, bij zijn vriendjes.

Nox ging tevreden terug naar het Zwijgende Hert en vroeg welke richting zij moest gaan om thuis te komen. Gelukkig sprak het Hert niet meer, ze zweeg als vanouds en knikte slechts met haar hoofd naar een ander donker paadje in het donkere bos. Nox was met het zwijgen van het Hert heel blij en bedankte haar nogmaals hartelijk, ging op weg en vond al snel het goede Oog. En verdween.

Nox was terug in de zandbak van Het Kind van de Buren. Opgelucht ademhalend hopte zij terug naar de afrastering, fladderde er gewiekst overheen en waggelde terug naar haar zusjes, die inmiddels in een heel diepe slaap waren gedompeld. Na nog wat maïs korreltjes gepikt te hebben ging Nox ook naar het Nachthok toe. Ze was eindelijk weer thuis. Erg moe maar ook heel tevreden en voldaan. Want als een kip een Edelhert de weg kan wijzen, nou, dan heb je toch heel wat in je mars!