Het begon eigenlijk al een beetje te schemeren. Die dingen kunnen gebeuren als het herfst wordt. Maar Nox voelde dat zij nog iets moest doen voordat zij opgehokt werd. In een stoutmoedige opwelling hopte zij over de afrastering naar de Buren. Heel erg stilletjes, om haar zusjes niet zenuwachtig te maken, liep zij naar de zandbak toe van Het Kind van de Buren. Tot haar grote schrik zag zij dat precies in het midden van die zandbak een Groot Schitterend Oog naar haar keek. En Nox keek terug. En verdween uit de tuin van de Buren.
Enigszins verdwaasd keek Nox om haarzelve heen. Waar ben ik, vroeg zij zich af. Ineens, alsof zij door een bliksemflits getroffen werd, herkende zij de plek. Dit was het Duistere Bos, de knoestige boomstronken in de aarde, de grauwpaarse lucht, de plek dus waar zij maanden geleden Het Zwijgende Hert ontmoet had. En dankzij het Hert ontsnapt was aan het Verleden.
Maar er was iets vreemds aan de hand. Want nu was er niet alleen het Zwijgende Hert, Nox kon duidelijk zien dat er in de bosjes nog iemand anders was. Zenuwachtig fladderde zij een klein beetje in de richting van het groezelige struikgewas. Want een kip is natuurlijk altijd voorzichtig, maar ook toch wel erg nieuwsgierig. En plotseling herkende zij de gedaante in het donkere bos. Het was het Edelhert Fournituur! Vol blijdschap rende zij al pokkend naar hem toe. Fournituur, het fijne Edelhert waar zij in het verleden zulke leuke en diepzinnige gesprekken mee had gevoerd. En die ineens op raadselachtige wijze was verdwenen.
Het Edelhert Fournituur herkende Nox natuurlijk onmiddellijk. Nox vroeg: ‘waarom was u (ja, lieve lezertjes, dat is nu eenmaal het standverschil tussen een kip en een Edelhert) ineens verdwenen terwijl het die avond zo gezellig was?’ Het Edelhert keek haar een beetje schuchter en schaapachtig aan. En antwoordde toen: ‘Beste Nox, een kip zal dat wellicht moeilijk kunnen begrijpen, maar een Edelhert dient eenmaal in zijn leven iets Heel Bijzonders te doen. In mijn roedel heeft nog nooit een Edelhert een Absolute Verdwijning gedaan. Dus voelde ik mij die avond geroepen om dat te gaan doen. Zoals mijn vader altijd zei: ‘volg je gewei, Fournituur, volg je gewei, en je komt waar je moet zijn’. En dat heb ik die nacht dus gedaan. Ik was namelijk helemaal geobsedeerd door jouw spannende verhaal over de quantum mechanica en de mogelijkheid om door energieheuvels heen te kunnen tunnelen. Ik ben toen diep in de nacht naar de Waadplaats gelopen waar ’s nachts Het Oog in het licht van de maan zichtbaar wordt. Ik heb in dat Oog gekeken. En toen kwam ik hier terecht. Bij het vriendelijke Hert. Ze is alleen een beetje stilletjes. Ze zegt eigenlijk helemaal niks Ze zwijgt. Ik verlang daarom erg terug naar mijn goede en heerlijk praatzieke vrienden Prefectuur, Accuzuur en Miniatuur.’
‘Urrhúú, urrhúú, urhúú’, het trotse Edelhert barstte in een panisch huilen uit. Wat was hij al die tijd ongelofelijk eenzaam geweest. Want Edelherten houden nu eenmaal van praten. Heel erg veel praten. En dat deed het Zwijgende Hert nu juist niet. Nox begon te denken met haar eenvoudige hers. Zij vroeg zich af wat háár vader haar ooit had verteld, toen zij nog in de Eerste Woon was. Plotseling herinnerde zij zich het. Haar vader, tenminste áls het haar vader was, want er liepen wel meer Hanen rond in de Woon, zei ooit: ‘als je op een gegeven moment niet weet waar je bent, vraag dan aan een wijs iemand waar je heen moet gaan’.
Dit verhaal wordt vervolgd…
Recente reacties